Eerste Artikel: 'Verdediging van stelling'

Door: Gert-Jan van Zanten

Debat aangaande de Sabbat

De vraag die in dit geschreven debat gesteld gaat worden is of de Sabbat  onder het nieuwe verbond nog bindend is.
We leven in dagen dat er aangaande de Sabbat verschillende opvattingen zijn. We weten dat niet al deze opvattingen juist kunnen zijn. De Bijbel geeft duidelijke antwoorden.
Onze enige bron die ons laat weten of Christenen van het nieuwe verbond de Sabbat moeten observeren, is de Bijbel.
(2 Tim. 3: 16, 17)

De stelling van dit debat is, “Het nieuwe Testament leert dat Christenen niet gebonden zijn om de Sabbat te houden”.

Martin Rozestraten zal deze stelling ontkennen en ik, Gert-Jan van Zanten, zal deze stelling verdedigen.
In dit eerste schrijven zullen we een aantal passages overdenken en bekijken wat deze passages leren.

Handelingen 15:  1- 33


In deze passage vinden we de vraag behandeld:
Maar, zeiden zij, er zijn sommigen opgestaan van die van de sekte der Farizeeën, die gelovig zijn geworden, zeggende, dat men hen moet besnijden, en gebieden de wet van Mozes te onderhouden”.

Als we dan kijken naar het antwoord dat op deze vraag gegeven word:
“En God, die de harten kent, heeft getuigd door hun de Heilige Geest te geven evenals ook aan ons, zonder enig onderscheid te maken tussen ons en hen, door het geloof hun hart reinigende.
Nu dan, wat stelt gij God op de proef door een juk op de hals der discipelen te leggen, dat noch onze vaderen, noch wij hebben kunnen dragen
? Maar door de genade van de Here Jezus geloven wij behouden te worden op dezelfde wijze als zij”.

En verder:
“Aangezien wij gehoord hebben, dat enigen uit ons midden u met hun woorden hebben verontrust, uw zielen in verwarring brengende, hoewel wij hun niets geboden hadden, hebben wij eenstemmig besloten mannen te kiezen om die tot u te zenden met onze geliefden, Barnabas en Paulus, mensen, die hun leven hebben overgehad voor de naam van onze Here Jezus Christus. Wij hebben dan Judas en Silas gezonden, die zelf ook mondeling hetzelfde te uwer kennis zullen brengen. Want het heeft de Heilige Geest en ons goed gedacht, u verder geen last op te leggen dan dit noodzakelijke: onthouding van hetgeen de afgoden geofferd is, van bloed, van het verstikte en van hoererij; indien gij u hier voor wacht, zult gij wel doen”.

In deze passages lezen we dat de vraag wordt gesteld of de Christenen uit de Heidenen zich aan de wet van Mozes moesten houden en aan de besnijdenis.
Het antwoord dat gegeven word is: “waarom stelt gij God op de proef door een juk op de hals van de discipelen te leggen, dat noch de vaderen, noch henzelf hadden kunnen dragen”.
Als we dan kijken naar het besluit van dit alles, zien we dat vier zaken voorgesteld worden waaraan de Christenen, uit de heidenen, zich moesten houden,
1) onthouding van wat aan de afgoden geofferd was,
2) van bloed,
3) van het verstikte
4) en van hoererij.

Dit voorval laat zien dat Christenen, van het tweede verbond, niet onder de tien geboden zijn, zoals zij evenmin onder de besnijdenis zijn.
De wet van Mozes wordt een juk genoemd dat de vaders, noch henzelf hadden kunnen dragen. Als zij het niet konden dragen, waarom wilden ze het dan binden op de gelovigen uit de Heidenen?

Omdat Christenen niet onder de wet van Mozes zijn, zijn ze daarbij niet onder het vierde gebod, het gebod van de Sabbat.
Deze passage maakt dat duidelijk.

2 Korinthe 3: 1- 18

We lezen:
Niet dat wij uit onszelf bekwaam zijn iets als ons werk in rekening te brengen, maar onze bekwaamheid is Gods werk, die ons ook bekwaam gemaakt heeft om dienaren te zijn van een nieuw verbond niet der letter, maar des Geestes, want de letter doodt, maar de Geest maakt levend. Indien nu de bediening des doods, met letters op stenen gegrift, gepaard ging met zulk een heerlijkheid, dat de kinderen Israëls de blik niet op het aangezicht van Mozes konden vestigen om de heerlijkheid van zijn aangezicht, die toch verdwijnen moest, hoe zal niet nog meer de bediening des Geestes in heerlijkheid zijn?

In deze passage geeft Paulus aan dat de Apostelen dienaren waren van een nieuw verbond die in deze passage ook wel
“de bediening des Geestes” genoemd word, hij bespreekt deze bediening van de Geest in contrast tot de bediening van de letter, ook wel genoemd de bediening des doods, die op stenen gegrift stond en deze bediening die toch “verdwijnen” moest. (vers 7)

Wat is de bediening op stenen tafelen gegrift?

Dat zijn de tien geboden van God, gegeven op beschikking van engelen (Handl 7: 53), gegeven door God.

We lezen:
   Ex. 24: 12,
   Ex. 31: 18,
   Ex. 32: 15- 16,
   Ex. 32: 19,
   Ex. 34: 1,
   Ex. 34: 28;
   Deut. 4:13,
   Deut. 5: 22,
   Deut. 9: 9- 11,
   Deut. 9: 15;
   Deut. 10: 1- 4;
   Hebr. 9: 4.

We kijken naar drie van bovenstaande passages:
Exo 24:12  De Here zeide tot Mozes: Klim op tot Mij, de berg op, en blijf daar, dan zal Ik u de stenen tafelen geven, de wet en het gebod, die Ik opgeschreven heb, om hen te onderwijzen.

Exo 34:28  En hij was daar bij de Here veertig dagen en veertig nachten, brood at hij niet en water dronk hij niet, en Hij schreef op de tafelen de woorden van het verbond, de Tien Woorden.

Als we de eerste passage overdenken zien we dat de stenen tafelen een referentie is naar de wet en het gebod, dat geschreven was voor de Israëlieten om hen te onderwijzen.
De tweede passage laat zien dat de stenen tafelen beschreven waren met de “tien woorden”.
Een duidelijke referentie naar de tien geboden van Mozes.

Kijk goed naar de tekst van Deut, 5: 22:Deze woorden heeft de Here tot uw gehele gemeente gesproken op de berg”…………….”Hij schreef ze op twee stenen tafelen en gaf mij die”.

“Deze woorden” waar in deze tekst naar word gerefereerd zijn de woorden van Deut. 5: 1- 20, en wat vinden we daar beschreven? Juist, de tien geboden. We noemen dan specifiek het vierde gebod, het gebod van de Sabbat.

De stenen tafelen is zonder enige twijfel een referentie naar de 10 geboden, de 10 geboden gegeven door Mozes.
En Christenen zijn niet onder de bediening die op stenen tafelen was gegrift, maar onder de bediening van de Geest.
Ook deze tekst laat duidelijk zien dat Christenen niet onder de wet van Mozes zijn.

De bediening van de letter moest verdwijnen.

Deze bediening moest verdwijnen, we lezen in Gal. 3: 24, 25: “De wet is dus een tuchtmeester voor ons geweest tot Christus, opdat wij uit geloof gerechtvaardigd zouden worden. Nu echter het geloof gekomen is, zijn wij niet meer onder de tuchtmeester”.

Toen Christus zijn werk heeft volbracht aan het kruis kwamen de nieuwe gelovigen onder de wet van Christus.
Zij waren niet langer onder de tuchtmeester.


De wet van de Geest, het nieuwe Testament, heeft de Christen losgemaakt van de wet der zonde en des doods.
(Gal. 5: 1- 5; 2 Tess. 2: 13)
De Christen is onder de wet van Christus. (1 Kor. 9: 21) de bediening van de Geest.

De bediening van de letter is verdwenen omdat het geen leven kon geven.
De bediening van de letter maakte slaven en geen vrijen.
Daarom was er een nieuw verbond nodig, dat waarlijk zonden kon vergeven. (Hebr. 10: 1-10)
Een bediening die het hart van de aanbidder werkelijk kon reinigen. (Hebr. 10: 22)

Deze tekst, 2 Korinthe 3: 1- 18, laat zien dat Christenen niet onder de bediening van de letter zijn, verder genoemd de bediening op stenen tafelen.
Deze bediening moest verdwijnen, deze bediening heeft plaatsgemaakt voor de bediening van de Geest.

De bediening van de stenen tafelen waren de tien geboden, deze moest verdwijnen, het vierde gebod was het gebod van de Sabbat, dus Christenen zijn niet onder de wet van de Sabbat.

Romeinen 7: 1- 6

We lezen:Of weet gij niet, broeders, (ik spreek immers tot wie de wet kennen) dat de wet heerschappij voert over de mens, zolang hij leeft? Want de gehuwde vrouw is door de wet aan haar man gebonden, zolang deze leeft; wanneer echter de man sterft, is zij ontslagen van de wet, die haar aan die man bond. Zo zal zij dan, indien zij bij het leven van haar man een ander tot man neemt, echtbreekster heten; wanneer echter de man sterft, is zij vrij van de wet, zodat zij geen echtbreekster is, indien zij zich aan een andere man geeft”.

Bijgevolg, mijn broeders, zijt ook gij dood voor de wet door het lichaam van Christus om het eigendom te worden van een ander,van Hem, die uit de doden opgewekt is, opdat wij Gode vrucht zouden dragen.
Want toen wij in het vlees waren, werkten de zondige hartstochten, die door de wet geprikkeld worden, in onze leden, om voor de dood vrucht te dragen;maar thans zijn wij van de wet ontslagen, dood voor haar, die ons gevangen hield, zodat wij dienen in de nieuwe staat des Geestes en niet in de oude staat der
letter
”.

In deze passage zien we dat Christenen “dood” zijn voor de wet en “het eigendom” geworden zijn “van een ander”, van Hem die uit de doden is opgewekt, dat is de Christus. En zo kwamen deze Joodse gelovigen vanuit een oude staat van de letter in de nieuwe staat van de Geest. De wet van Christus (de bediening van de Geest) gaf leven.

Deze Christenen waren dood voor de wet, om “het eigendom te worden van iemand anders”, genaamd de Christus. We zien dat dit verder genoemd word, “de nieuwe staat des Geestes”. (Vergelijk dit met 2 Kor. 3: 1- 8)

Deze woorden laten geen twijfel bestaan, de Christenen aan wie deze brief geschreven werd waren dood voor de wet maar levend voor Christus. Ze waren “het eigendom geworden van Christus”, dat is, ze waren onder de wet van Christus gekomen. (1 Kor. 9: 21)

Deze passage laat ook zien dat iemand die onder de wet, de tien geboden, wil leven geestelijk overspel pleegt. Deze persoon leeft onder twee verbonden, hij is als de vrouw die getrouwd is met haar eerste man en tegelijk een tweede man neemt.
Degene die onder twee verbonden willen leven plegen geestelijk overspel.

Deze passage laat zien dat Christenen het eigendom zijn van Christus en niet van de wet gegeven door Mozes.  Sinds het vierde gebod het gebod van de sabbat is, zijn Christenen hierdoor niet onder de sabbat.

Galaten 4: 21- 31 

We lezen: Zegt mij, gij, die onder de wet wilt staan, luistert gij niet naar de wet? Er staat immers geschreven, dat Abraham twee zonen had, een bij de slavin en een bij de vrije. Maar die van de slavin was naar het vlees verwekt, doch die van de vrije door de belofte. Dit is iets, waarin een diepere zin ligt. Want dit zijn twee bedelingen: de ene van de berg Sinai, die slaven baart, dit is Hagar.

Het woord Hagar betekent de berg Sinai in Arabie. Het staat op een lijn met het tegenwoordige Jeruzalem, want dat is met zijn kinderen in slavernij.

Maar het hemelse Jeruzalem is vrij; en dat is onze moeder”.

De Geest schrijft dat wie onder de wet wil staan, maar eens goed naar de wet moeten luisteren!!!!!
Namelijk, in de wet staat geschreven dat Abraham twee zonen had, één bij een slavin en één bij een vrije.
In deze zaken lag een diepere betekenis.
De ene, de wet van Mozes, correspondeerde met de Berg Sinai, die slaven baarde, en de andere correspondeerde met het hemelse Jerusalem, dat was Sara, die vrije baarde. (Vergelijk Hebr. 12: 18- 24)

Dit had een betekenis. De betekenis was dat de wet (het eerste verbond) slaven baarde, maar de vrije (het tweede verbond, de bediening van de Geest) baarde vrije.

We lezen:
“Zend de slavin weg met haar zoon, want de zoon der slavin zal in geen geval erven met de zoon der vrije. Daarom, broeders, zijn wij geen kinderen ener slavin, maar van de vrije”. (Gal. 5: 20, 31)

“De vrije” was gelijk aan de bediening van de Geest, die een bediening van vrijheid was.
De slavin was gelijk aan de wet van Mozes, die slavernij gaf.
Daarom was het ook een juk dat niemand had kunnen dragen. (Handl. 15: 10)

De slavin, de wet van Mozes, moest weggestuurd worden omdat er geen erfenis is met de zoon van de vrije, het nieuwe verbond.

Ook hier zien we dat de wet van Mozes geen plaats had in het tweede verbond.
Het vierde gebod van de wet van Mozes was de wet van de sabbat, dus Christenen zijn niet onder de wet maar onder het nieuwe verbond.

Kollosenzen 2: 1- 23 

De Geest schrijft: “Laat dan niemand u blijven oordelen inzake eten en drinken of op het stuk van een feestdag, nieuwe maan of sabbat, dingen, die slechts een schaduw zijn van hetgeen komen moest, terwijl de werkelijkheid van Christus is”.

Omdat Christenen onder het tweede verbond zijn, de bediening van de Geest, hoefde er niet meer geoordeeld te worden over zaken als een feestdag, een nieuwe maan of een sabbat. Dit allen waren schaduwen.
Deze passage laat zien dat Christenen niet over deze dingen geoordeeld mogen worden.
Dit omdat ze niet onder de wet zijn, Christenen zijn ontslagen van de wet. De wet kon geen leven geven. Christenen dienen in de nieuwe staat van de Geest.

Dus Christenen zijn niet meer onder de wet van de Sabbat, deze dingen waren slechts een schaduw van wat komen moest.
De sabbat is een schaduw van de eeuwige rust die Christenen gaan beërven als ze met God in de hemel zijn.
(Hebr. 4: 4- 11)


Romeinen 14: 1- 23

We lezen: “Deze immers stelt de ene dag boven de andere, gene stelt ze alle gelijk. Ieder zij voor zijn eigen besef ten volle overtuigd.

Wie aan een bepaalde dag hecht, doet het om de Here, en wie eet, doet het om de Here, want hij dankt God; en wie niet eet, laat het na om de Here en ook hij dankt God”. (Rom. 14: 5, 6)

In deze passage zien we dat een ieder voor zichzelf ten volle overtuigd mag zijn aangaande het observeren van bepaalde dagen.
Deze woorden staan in een context dat in de vroege gemeente Christenen waren vanuit het Joodse volk en vanuit de heidenen.
De gelovigen uit de heidenen konden zich zaken veroorloven die de gelovigen uit het Joodse niet konden veroorloven, zaken zoals het eten van vlees geofferd aan een afgod en het niet observeren van bepaalde dagen.

Er wordt in deze passage geschreven dat een ieder moet handelen vanuit zijn eigen geweten.
Maar er mocht niet over deze zaken geoordeeld worden.
Dus, wie een dag observeerde deed dat vanuit het geweten, en wie het niet deed hetzelfde, dit laat zien dat de sabbat niet geforceerd mocht worden op een ander.

Als het waar zou zijn dat elke Christen gebonden is om de Sabbat te houden, zou Paulus deze woorden niet hebben kunnen schrijven.

Ook deze passage laat zien dat de wet van de sabbat niet meer bindend is.

Hebreeën 7 en 9

In Hebreen lezen we een aantal belangrijke woorden aangaande het priesterschap van Christus en de wet.

Hebr. 9: 15- 17

“En daarom is Hij de middelaar van een nieuw verbond, opdat, nu Hij de dood had ondergaan, om te bevrijden van de overtredingen onder het eerste verbond, de geroepenen de belofte der eeuwige erfenis ontvangen zouden. Want waar een testament is, moet noodzakelijk van de dood van de erflater melding gemaakt worden; een testament toch wordt alleen van kracht, indien er iemand gestorven is, daar het nog geen gevolg heeft, zolang de erflater leeft”.

Hebr. 7: 12

“Want uit een verandering van priesterschap volgt noodzakelijk ook een verandering van wet.

De eerste passage laat zien dat met de dood van Christus een nieuw verbond van kracht is geworden.
Met de komst van het tweede verbond is het priesterschap veranderd.
Vanuit de tweede passage, Hebr. 7: 12, leren we dat als er een verandering van priesterschap is er ook “noodzakelijkerwijs een verandering van wet is”.

Zoals we in alle voorgaande passages gezien hebben, er is een tweede wet van kracht geworden, er is een nieuw verbond van kracht geworden, en dat is de wet van Christus.

Dus Christenen zijn onder de wet van Christus en niet onder de wet van Mozes.
(1 Kor. 9: 21)
De wet van Mozes had in zich het vierde gebod van de sabbat, dus Christenen zijn niet onder de wet van de sabbat.

1 Kor. 9: 19- 21
 

We lezen: “Want hoewel ik vrij sta tegenover allen, heb ik mij allen dienstbaar gemaakt, om er zoveel mogelijk te winnen; en ik ben voor de Joden geworden als een Jood, om Joden te winnen; hun, die onder de wet staan, als onder de wet (hoewel persoonlijk niet onder de wet) om hen, die onder de wet staan, te winnen; hun, die zonder wet zijn, ben ik geworden als zonder wet (hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet van Christus) om hen, die zonder wet zijn, te winnen”.

Vanuit deze passage leren we dat Paulus onder de wet van Christus stond en  niet onder de wet van Mozes.
Deze tekst maakt duidelijk dat Christenen, zoals Paulus, die zelf een Jood was, niet onder de wet van Mozes staan,
maar onder de wet van Christus.
Dus Christenen zijn niet gebonden om de Sabbat te houden.

Vragen voor Martin Rozestraten.

 - Is de besnijdenis noodzakelijk voor jou, waarom wel of waarom niet?

 - Wat betekent het dat de wet van Mozes een letter des doods was?

 - Wat was hetgene dat ging verdwijnen in 2 Korinthe 3: 1- 18?

 - Is er sprake van fysiek overspel in Romeinen 7: 1- 6?

Copyright © 2019 Gert-Jan van Zanten · Webdesign by BinR
All Rights Reserved · webbijbel.nl
Hosted by VDX

 

Naar boven